Lentekriebel
Reduzum/Grou - 25-05-2022
Bistedokter
Column
Dierenartsverhalen van een Friese dierenarts
door Menno J. Wiersma
www.bistedokter.nl | menno@bistedokter.nl
Wie kent niet het uitzinnige voorjaarsgevoel van buitelende kievieten, heerlijk geurende weiden en jolige lammetjes? Lammeren die in de namiddag in groepjes door de wei hollen en worden beschenen door een laaghangende zon? Ze rennen over de polderdijk van hot naar hek en maken ondertussen de gekste bokkensprongen. Als in een soort ultiem ‘speelkwartier’ zijn ze hét toonbeeld van absolute vrijheid en onbezorgdheid. Daar gaat wel het één en ander aan vooraf. Die periode van de ‘lammerij’ van maart tot mei was voor mij als dierenarts van oudsher altijd wat drukker en hectischer dan de overige maanden van het jaar. Maar tegenwoordig heb ik uiteraard alle tijd voor mijn eigen koppeltje schapen.
De nestkastjes in onze tuin zijn bevogeld met mezen, de eendenkorf kan elk moment door de kuikens worden verlaten met een duik in de vijver en in het duivenhok fladderen de eerste jonge duiven al rond en zij zullen binnenkort de wijde wereld gaan verkennen. Het is volop lente! Ook de lammerij is dit jaar voorspoedig verlopen. Tegenwoordig maak ik het me vooral ’s nachts wat makkelijker door een camera te hanteren die is verbonden met mijn mobiel. Hoef ik er niet meer zo vaak uit om te checken! Alle schapen lopen thans met tweelingen in de wei achter ons huis. In onze ‘multicultikoppel’ stelen de zwarte lammetjes steevast de show. Vooral zij vinden het heerlijk om bij moeders op de rug te klimmen en te spelen. Eentje presteert het zelfs om op zijn moeder te blijven staan als ze opstaat. En als een volleerde ‘sheepboy’ spoort ie haar vervolgens nog aan om te gaan lopen ook: ‘rawhide!’ En dat terwijl zijn zusje staat te lurken aan de uier. Het filmpje heeft al op Facebook gecirculeerd; de lezers van Middelpunt moeten het met een foto doen…
Ging alles goed? Welnee, ook bij de bistedokter gaat wel eens wat mis. Eén jaarling bracht een dikke eenling die ik niet op adem kon krijgen. Gelukkig toont ze zich een goede pleegmoeder voor een woutertje van een collega schaaphouder. En het allerlaatste ‘touke’? Haar lam was domweg te zwaar voor een normale bevalling. Maar gelukkig heeft de bistedokter nog een operatiesetje achter de hand. Dat het ‘dikbilletje’ O-beentjes heeft en een ‘bargebekje’ maakt mij niet uit. Het leeft en het zal geen dekram worden uiteraard, maar de koteletjes zullen er vast niet minder om smaken. Dat klinkt wat wreed; het is natuurlijk wel de realiteit. Tot het zover is dartelt ie heerlijk bij ons in de wei. Ik blijf de tijd van de lammerij fascinerend en fantastisch vinden en ik geniet daar elk voorjaar opnieuw met volle teugen van. Bovendien levert het ook nog eens deze lentekriebel op!
Naar overzicht