De veelvraat
Reduzum/Grou - 03-02-2022
Bistedokter
Column
Dierenartsverhalen van een Friese dierenarts
door Menno J. Wiersma
www.bistedokter.nl | menno@bistedokter.nl
Sjakie kwam op het spreekuur met een typische klacht. “Hij is de laatste tijd zo ongedurig en vreet me het vlees van het aanrecht!” Dat mag merkwaardige klinken in de ogen van een leek; bij de dierenarts gaan er meteen belletjes rinkelen. Zeker als Sjakie ondanks zijn vraatzucht ook nog blijkt af te vallen.
Sjakie is een al wat oudere ex-kater van een jaar of twaalf. Gelukkig is de kat op de behandeltafel zodanig onder de indruk dat hij zich rustig en gewillig laat onderzoeken. Ik ben alert met de genoemde symptomen, maar waak tegelijkertijd voor ‘tunnelvisie’. Dus volgt een uitgebreider onderzoek. Gaandeweg valt mij op dat ie ook een verhoogde hartslag heeft, inderdaad mager aanvoelt en een beetje typisch schraal koppie heeft. In de hals voel ik een knobbeltje vlak onder zijn strotje. Tot slot weeg ik Sjakie nauwkeurig, zodat we een exacte nulmeting hebben. Om de diagnose zeker te stellen overleg ik met de eigenaar om een bloedje te tappen.
Het bloedonderzoek bevestigt mijn vermoeden: Sjakie heeft een schildkliertumor. Dat is een goedaardig gezwel dat ervoor zorgt dat er meer schildklierhormoon wordt geproduceerd waardoor een aantal zaken ontregeld raken. Het zorgt ervoor dat de stofwisseling op een te hoog toerental draait. Hierdoor wordt zoveel energie verbruikt dat er voor Sjakie domweg niet tegenop te vreten valt. Bovendien veroorzaakt het een versnelde hartfrequentie en dikwijls ook een verhoogde bloeddruk. Die laatste is tegenwoordig exact te meten, maar valt ook meestal op bij het bloedprikken. De halsader zie je gewoon wat duidelijker lopen. Alles met elkaar zorgt het ervoor dat de patiënt niet lekker in zijn vel zit, onrustig is en zich overactief gedraagt.
Een vergrote schildklier is vaak te voelen, maar niet altijd. In principe zou je de tumor operatief kunnen verwijderen, maar dat wordt zelden gedaan. Het is een zeer specialistisch werkje met behoorlijke (narcose) risico’s. Bovendien moet dan wel de bijschildklier gespaard worden! Het alternatief is levenslang schildklierremmende medicatie toedienen. En wel tweemaal daags! Mocht een patiënt daar ‘onwelwillend’ tegenover staan, is er ook nog een mogelijkheid om met speciale voeding met een laag jodiumgehalte aan de slag te gaan. Dat laatste werkt alleen als de kat daarnaast echt niets anders opsmikkelt…
Drie weken later kwam Sjakie voor een update. Ik was blij verrast: “Ik heb even gegoogeld en het verhaal klopt precies met wat je vertelde!” Gelukkig maar! Sjakie was al twee ons gegroeid en snaaide niet meer in de keuken. Bloedonderzoek wees uit dat ook de dosering afdoende was. Blijkbaar hadden we de ‘veelvraat’ verzadigd.
Naar overzicht