De Houtbij (Xylocopa violacea)
Friesland - 17-08-2021
Column
Sake P. Roodbergen
Zo nu en dan levert de natuur een verrassing. Op 4 juli bracht Janneke Wierda uit Akkrum een uitzonderlijk groot, zwartachtig insect. “Hy siet gewoan yn de tún”. Het bleek te gaan, zo had ze zelf ook al ontdekt, om een houtbij, officieel zelfs Blauwzwarte houtbij. Met de mooie Latijnse naam Xylocopa violacea. De naam werd gegeven door de Zweedse natuurgeleerde Carolus Linnaeus zélf, in 1758.
Het is één van de maar liefst 364 soorten bijen die in ons land voorkomen. Maar bij deze zuidelijke soort gaat het om een opvallend beestje. Het betreft zelfs de grootste bijensoort die in ons land kan worden aangetroffen, met een lichaamslengte van twee tot twee-en-een–halve centimeter. Maar gemakkelijk te herkennen, niet alleen door de grootte, maar ook door de uitzonderlijke kleuren: het lijf zwart, de bovenkant van de vleugels blauw. Een buitengewone vondst omdat het hier in het hoge noorden van ons land echt wel een uitzondering is om deze kanjer aan te treffen. Het gaat om een zuidelijke soort die pas in 1908 voor het eerst in ons land werd waargenomen en gevangen, in Zuid-Limburg.
In het jaar 2015 werden er 9 waarnemingen doorgegeven; in 2017 twintig. De vroegste waarneming is 15 februari. Op Google/Wikipedia (www.wildebijen.nl) is een verspreidingskaartje opgenomen waar alle Nederlandse meldingen zijn ingetekend. Dan blijkt dat het gros van de waarnemingen in de zuidelijke helft van ons land is gedaan. In de provincie Fryslân is maar driemaal een exemplaar ingetekend, in Groningen zelfs maar eenmaal. Een zeldzame soort in onze contreien!
Om nectar te verzamelen verschijnt de Houtbij op een groot aantal kruidachtige tuinplanten en struiken, zoals Witte en Paarse dovenetel, IJzerhard (Verbena), Hemelsleutel, Klokje-soorten (Campanula) en de Vlinderstruik (Buddleja). De begeleidende foto is op 10 mei 2012 gemaakt in Midden-Frankrijk; de Houtbij bezoekt hier een Dichtersnarcis (Narcissus poeticus) die in deze streek in het wild voorkomt.
De Houtbij is een zogenoemd solitaire bij, dus: geen volk met een koningin en werksters. Mannetje en vrouwtje overwinteren -vaak gezamenlijk- in een holte in een dode of levende stam van een Berk, Pruim, Lariks of Kers. De gedaantewisseling (metamorfose) van eitje via het larve- en popstadium naar volwassen insect (imago) duurt 7 tot 8 weken. Een bijzondere waarneming van Janneke Wierda, van een voor onze streken heel fraai, zeldzaam insect.
Tekst en foto Sake P. Roodbergen, Akkrum
Foto: Houtbij
Naar overzicht